Om ervoor te zorgen dat een HotSpot-gebruiker in MikroTik aan één apparaat is gekoppeld en geen andere HotSpot-client kan gebruiken, kunt u een beperking implementeren op basis van het MAC-adres van het apparaat.
Wij leggen uit hoe je dat doet:
- HotSpot-configuratie in MikroTik: Zorg er eerst voor dat de HotSpot-service op uw MikroTik is geconfigureerd, inclusief gebruikersauthenticatie.
- Toewijzing van statische IP-adressen: wijs statische IP-adressen toe aan de apparaten die u aan HotSpot-gebruikers wilt koppelen. Dit zorgt ervoor dat elk apparaat altijd hetzelfde IP-adres heeft wanneer het verbinding maakt met de HotSpot.
- Firewall-instellingen- Gebruikt firewallregels om internettoegang alleen toe te staan vanaf IP-adressen die aan specifieke apparaten zijn toegewezen. U kunt inkomende filterregels configureren in de firewallfiltertabel om alleen verkeer van specifieke IP-adressen toe te staan.
- Beperking door MAC-adres: voeg een regel toe aan de firewall die alleen toegang toestaat vanaf het MAC-adres van het geautoriseerde apparaat. U kunt dit doen met behulp van de optie
mac-address
in de configuratie van de firewallregel. - Koppeling van gebruiker en apparaat: Wanneer een gebruiker zich authenticeert bij de HotSpot, wordt het MAC-adres geverifieerd en wordt het statische IP-adres toegewezen dat aan het apparaat is gekoppeld. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat de gebruiker aan het specifieke apparaat wordt gekoppeld.
- Toezicht en beheer: Controleer regelmatig HotSpot-authenticatielogboeken om ongeautoriseerde toegangspogingen te detecteren. Bovendien kunt u waarschuwingen of meldingen instellen om u op de hoogte te stellen van verdachte activiteiten.
Door deze maatregelen te implementeren, kunt u ervoor zorgen dat elke HotSpot-gebruiker aan één apparaat is gekoppeld en zonder toestemming geen andere HotSpot-client kan gebruiken. Dit zorgt voor een extra beveiligingslaag en controle over uw netwerk.
Er zijn geen tags voor dit bericht.