In de context van MikroTik RouterOS en zijn draadloze interface verwijst de term “Identiteit” naar de algemene naam van het apparaat, toegankelijk via Systeem > Identiteit, en dit is niet degene die op de draadloze interface wordt weergegeven om individuele apparaten te identificeren.
Voor specifieke identificatiedoeleinden in het kader van draadloze verbindingen kan de Radionaam.
El Radionaam Het wordt geconfigureerd in de eigenschappen van de draadloze interface en dient om elke MikroTik-radio op een draadloos netwerk uniek te identificeren. Dit is vooral handig in omgevingen waar meerdere MikroTik-apparaten in draadloze modus werken, waardoor beheerders elk apparaat gemakkelijk kunnen identificeren aan de hand van de radionaam in plaats van aan de hand van IP- of MAC-adressen.
Om het aan te passen of te controleren Radionaam Op een MikroTik-apparaat kunt u deze stappen volgen:
- Krijg toegang tot uw MikroTik-apparaat via WinBox, WebFig of SSH.
- Navigeren naar Draadloos > Interfaces.
- Selecteer de gewenste draadloze interface en klik op “Eigenschappen”.
- Zoek het veld Radionaam en configureer het volgens uw behoeften. Dit is de naam waarmee uw apparaat op het draadloze netwerk wordt geïdentificeerd.
Deze naam is zichtbaar voor andere draadloze apparaten en kan worden gebruikt om verbindingen op het netwerk te identificeren. Registratietabel van een MikroTik-toegangspunt, dat het beheer en de diagnose van het draadloze netwerk vergemakkelijkt.
Er zijn geen tags voor dit bericht.